De motor werd eerste aangeduid als Growth II+ maar is in 1991 veranderd in F414-GE-400. De motor levert een stuwkracht van 22.000 pond op zeeniveau. In 1992 ontving GE een contract voor de levering van 13 motoren voor grondtesten en 21 motoren voor vluchttesten. Eind 1998 werd de eerste productie F414 motor geleverd na het voltooien van de Engineering and Manufacturing Development program. De levering van motoren zal geschieden tot 2010 aan de US Navy die er al 700 heeft ontvangen van GE.

Voor de overgang van de F404 naar de F414 zijn de luchtinlaten van de Super Hornet vergroot omdat deze meer lucht aanzuigt (16% meer door de fan en 5% meer door de eerste 3 rotor trappen van de compressor).

De F141 levert met 22.000 pond stuwkracht, 35% meer vermogen dan de F404, is onderhoudsvriendelijker en is uitgerust met een Full Authority Digital Electronic Control (FADEC) computer.

De motor heeft een 3-traps fan, 7-traps compressor, annular type verbrandingskamer, 1-traps hoge druk turbine, 1-traps lage druk turbine, naverbrander en een variabele geometrische nozzle.